De rode vod voor een Parool-vriend

De rode vod voor een Parool-vriend

Dobbel is een van zijn bijnamen. RobDob, Roberto, Robbel Dobbel. Ik durf Rob een vriend te noemen, ook al heb ik hem nooit ontmoet. Samen met twintig oud-collega’s van Het Parool juichen we voor hem in de laatste kilometer van zijn leven.

Wat is er gebeurd? Begin februari kreeg ik een mail van Henk. Of ik zin had in een reünie met voormalige sportverslaggevers van Het Parool. Jazeker! De leukste krant waar ik ooit voor gewerkt heb, van 1989 tot medio 1992. Ik voelde me meteen weer het Brabandertje dat aan de Wibautstraat leerde een grote bek op te zetten.

Dat was nodig, om je staande te houden op de sportredactie van de Amsterdamse verzetskrant van weleer. Keihard werken, altijd in het weekend en maandagochtend vol trots de sportkrant van de deurmat plukken. Ik leerde er schrijven, buffelen, lachen (en heimelijk huilen). Een reünie met deze legendarische club? Fuck yeah!

Het liep wat anders. De samenkomst werd begin april afgeblazen. Te veel oudjes bijeen voor een kroketje en sterke verhalen waren een iets te makkelijke snack voor het oprukkende virus. Dus gingen we vrolijk en veilig verder met het delen van herinneringen in een WhatsApp-groep, waar vooral de bejaarde oud-collega’s van voor mijn tijd het hoogste woord begonnen te voeren.

Een beetje opa vertelt, maar dan in het anabolen-kwadraat. Geruchten en roddels, primeurs en diepgravende journalistiek, ziedende Ajax-voorzitters en wielerploegleiders, schrijfmachines die naar verslaggevers werden gesmeten, het behendig omzeilen van dopingcontroles, maar vooral getuigenissen van de kameraadschap. De collegiale vriendschap is tijdloos. Het is een dierbare verrijking in mijn quarantaine-leven.

Velen van ons hebben elkaar al jaren niet gezien. Soms op boekpresentaties, want menig gepensioneerd sportverslaggever blijft schrijven over de Tour van toen of de renner van ooit. Er zitten twee, misschien drie vrouwen in de appgroep. Die houden zich gedeisd, want de mannetjes maken de meeste herrie. Toch kijken wie het verst kan pissen, op hogere leeftijd is dat een fikse klus.

Dagelijks stuurt Henk een herinnering die een collega heeft opgeschreven. Daar komen dan de meest kolderieke reacties op, correcties soms ook omdat het geheugen steken laat vallen. Als de verzameling verhalen tijdelijk is opgedroogd, volgt een foto van een historische krantenkop. Dat brengt de jongens weer aan de gang. Weet je nog…

‘Het Parool verslaat alles’, luidt een trefzekere reclameslogan van lang geleden. Cees heeft ‘m bedacht. Ajacieden Wim Kieft en Frank Rijkaard gingen met de krant op de foto. Het kostte de krant kennelijk niet meer dan een habbekrats, want het zusje van Wim werkte bij het Parool in de kantine. Ze had ook even wat met Rijkaard. Vandaar. Goed verhaal.

Dat ellendige virus verlengt onze digitale reünie. Soms denk ik stiekem, laat een fysieke ontmoeting maar zitten. Dit is ook hartstikke leuk. Tot Henk afgelopen week een linkje plaatste naar een interview met Dobbel op de website van wielermagazine De Muur:

The life and times van Dobbel door Joost Prinsen

Hierin vertelt Rob van den Dobbelsteen over zijn roemrijke loopbaan als wielerverslaggever. Vijf keer versloeg hij de Tour de France voor Het Parool, maar zijn leven was veel meer dan je met een notitieblokje verdringen rond een hijgende renner. Geweldige belevenissen en bijna ongelofelijke avonturen van een begenadigd journalist. Mijn advies is: Léés die Muur!

Vaak moest ik schateren, maar soms viel ik stil. Dan tekende Prinsen een citaat op van Dobbel dat over zijn vorderende leeftijd en sputterende lichaam ging. Dat hij darmkanker heeft en niet lang meer heeft te leven. Dat zijn vrouw in een verzorgingshuis woont en dementeert. Dobbel vertelt het allemaal met een lach. De traan is gereserveerd voor ons, de lezers.

In de appgroep van oud-collega’s heeft hij het er zelf niet over. Sinds vorige week verblijft hij in een hospice, werd tussen neus en lippen meegedeeld. Herinneringen blijft Dobbel zelf met een moordend tempo delen, als een oude vriend die weet dat de man met de hamer door het raam loert. En er schijt aan heeft. De rode vod is nu gepasseerd. (Iemand zou appen, wie wist dat de ‘flamme rouge’ voor het eerst in 1906 in de Tour werd gebruikt?)

Net als vroeger stoempt Dobbel door in de laatste kilometer van een prachtig leven. Wij loodsen hem digitaal naar de meet door te blijven putten uit ons sportarchief. Op eigen kracht zal hij over de eindstreep fietsen, en pas dan laten wij hem gaan. Een andere groep oud-collega’s, niet langer onder ons, zal zich over Dobbel ontfermen. Wij blijven verhalen vertellen, over Dobbel en over al die andere Parool-kanjers. Vrienden voor het leven. Vrij en onverveerd.

(Update: Rob van den Dobbelsteen is maandag 20 april in Schoorl overleden.)

Tim.Overdiek@gmail.com / 06 23 27 55 34

Comments

  • Henk van der Sluis | Apr 13,2020

    Zo mooi opgeschreven. Dank je, Tim.

  • Harry ten Asbroek | Apr 13,2020

    Uit het hart.
    Collega’s?
    Vrienden voor het leven!
    En daarna
    ?

  • Cajo Brendel | Apr 13,2020

    Je hebt de juiste woorden gevonden. Bedankt Tim.

  • Ingrid Timmermans | Apr 15,2020

    Ik ken geen van deze mannen maar vind het een heerlijk stuk om te lezen Tim. Een mooie ode aan vriendschap!

  • Monique Wassen | Apr 15,2020

    Ik ben een vriendin van de dochter van “Dobbel” en ben ontroerd door dit artikel. Een ode aan een man met humor en het hart op de juiste plaats.